Dat maakte het dagelijks bestuur van de EU donderdag bekend. De EU-lidstaten
zullen het geld moeten terugstorten in de EU-begrotingspot.

Bij 14 landen worden bedragen teruggevorderd omdat EU-regels niet zijn
nageleefd of omdat de landbouwuitgaven niet goed gecontroleerd zijn. België,
Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen,
Portugal, Slovenië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk moeten geld
terugstorten.

Het hoogste bedrag (circa 107 miljoen euro) zal Griekenland moeten
terugstorten, gevolgd door Polen (bijna 80 miljoen euro) en het Verenigd
Koninkrijk (10,3 miljoen euro).

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het beheer van landbouwsubsidies.
Bovendien moeten de lidstaten controles uitvoeren, bijvoorbeeld om na te
gaan of een boer terecht geld heeft ontvangen. De Europese Commissie gaat na
of de lidstaten adequaat controleren en op tekortkomingen in de controle
reageren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl